Beste lezer
Aan vrijheid kleeft een buitengewoon positieve connotatie. Maar zij die de bevrijding van het volk prediken, dragen vaak bij tot de verknechting ervan. Dat de blinde aanbidding van een leeg begrip van vrijheid kwalijk kan zijn, zien we heel goed in de manier waarop de VS de coronacrisis aanpakt. In de VS wordt vrijheid grotendeels opgevat als laisser-faire: vrijheid is de mogelijkheid om te doen en te laten wat je wilt. Vrijheid wordt ‘negatief’ gedefinieerd: vrijheid bestaat bij de afwezigheid van beperkingen en restricties. In Europa is een andere vrijheidsopvatting gangbaarder, dankzij de naoorlogse welvaartsstaat. Het is een ‘positieve’ vrijheidsopvatting. Vrijheid draait niet om wat je mag, maar om wat je kan doen. Om vrij te zijn is meer nodig dan louter de afwezigheid van restricties en beperkingen opgelegd door anderen. Soms zijn die restricties en beperkingen zelfs nodig om je vrijheid te vergroten. De vrijheid van de vos is de dood van de kippen. En dus hebben kippen baat bij omheining, bescherming. De kippen een laisser faire vrijheid gunnen, bekopen ze met hun dood. Het klinkt contra-intuïtief, maar het is zo: vrijheid bestaat alleen in beperkingen. Dat is een inzicht dat we ook vandaag, in volle coronacrisis, niet uit het oog mogen verliezen. Kritische reflectie rond de betekenis van vrijheid is zeker in crisistijd een noodzaak. We moeten geen blind geloof hechten aan de klaagzangen van degenen die menen dat we nu in een totalitair systeem zijn beland omdat de overheid ons specifieke verboden oplegt over hoe we ons in de publieke en privéruimte kunnen gedragen. Sommige verboden zijn nodig om vrijheid mogelijk te maken. (Alicja Gescinska, ‘De kunst van de twijfel. Hoe filosofie kan bijdragen tot een opener debat’, Vrij Nederland #8 2020)
Reactie toevoegen