Gouverneur Carl Decaluwé
4 mei 2022
Dit jaar heeft de gouverneur het in zijn rede voor de provincieraad over ‘Stappen, trappen en vervoer in West-Vlaanderen, een mobielrijke provincie’.
Onze mobiliteit is een boeiend en vooral uitdagend verhaal over hoe mensen zich verplaatsen. Verplaatsingen zijn nauw gebonden aan ruimtelijke ordening: de onderlinge verbinding tussen de plaatsen waar mensen wonen, leven, werken, inkopen doen en zich verpozen, is een heel belangrijke factor die de mobiliteit bepaalt.
Ook in onze provincie lopen we aan tegen de grenzen van de mobiliteit. Inzetten op het STOP- principe is de oplossing, als alternatief voor de auto. Met goed uitgeruste overstappunten, kunnen we het optimaal vervoersmiddel inzetten voor elke verplaatsing. Maar ook investeren in goede stap- en fietsverbindingen, is een absolute noodzaak in onze provincie, als we willen dat meer mensen de auto aan de kant zetten. Even belangrijk is ervoor te zorgen dat de beste verplaatsing deze is die niet moet gemaakt worden. Als we ervoor kunnen zorgen dat werk, wonen en vrije tijd dichter bij elkaar aansluiten, is de nood aan verre verplaatsing sterk verminderd, en dit komt ten goede aan zowel de levenskwaliteit, als het milieu.
Hypermobiliteit stelt problemen. De provincie zocht naar oplossingen en formuleerde een aantal aanbevelingen waaronder het streven naar een “15-minutenplatteland”. Als we de internationale duurzaamheidsdoelstellingen willen hard maken, dan moeten we investeren in een West-Vlaams platteland waar we ons minder en beter in verplaatsen. Om het echter in te richten tot één grote 15-minutenbuurt, waarbinnen alle essentiële voorzieningen binnen het kwartier te voet, per fiets of met ander vervoer is te vinden, hebben we nog een hele weg te gaan. Hierop aansluitend, hoe meer de bebouwing verspreid is, hoe moeilijker het is om deze 15 minutenregel te halen. Geconcentreerd bouwen helpt om deze doelstelling dus te halen.
Een verkeersveilige en duurzame verplaatsing is mogelijk door infrastructurele maatregelen, maar ook door sensibilisering en handhaving. De goede instandhouding van het patrimonium is een aandachtspunt, gezien de ouderdom ervan, en de beperkte budgetten op dit vlak. Assetmanagement moet helpen om de keuzes op dit vlak te rationaliseren.
De gouverneur zal in elk geval verder inzetten op de jaarlijkse ongevallenanalyse, en heeft de ambitie om ook daar de mogelijkheden verder te onderzoeken om naast dodelijke ongevallen ook de andere ongevallen mee te nemen in het onderzoek, met het oog op een meer predictieve en proactieve aanpak van gevaarlijke situaties.
Ook de impact van mobiliteit op het milieu komt aan bod in de rede van de gouverneur. Uitstoot van CO2 en stikstof, maar ook fysisch ruimtelijke impact op het milieu zijn thema’s die leven in de maatschappij. Innovatie moet helpen om die impact te verkleinen.
Innovatie kan helpen om de mobiliteit zelf te verbeteren en tegelijk de impact op het milieu te verkleinen. We staan hoopvol tegenover de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s. Naast het feit dat de uitstoot daarvan al veel minder is, zullen de kansen groter zijn dat deze nieuwe vehikels meer ingezet kunnen worden in een formule van autodelen. Het aantal wagens kan daardoor verminderen, maar ook parkeren kan anders georganiseerd worden, met minder nood aan “parking voor de deur”. Zo creëren we ruimte voor andere functies, en ook de verkeersveiligheid zal er wel bij varen, omdat de meeste ongevallen nu door menselijke fouten worden veroorzaakt.
Maar deze toekomst wordt pas mogelijk mits een aantal beleidsmatige keuzes. De uitbouw van het 5G netwerk is er één van. Het verder stimuleren van het STOP-principe, stadsvernieuwing en plattelandsontwikkeling een andere.
Een toekomst die ook West-Vlaanderen ten deel zal vallen…
De volledige tekst van de rede vind je hieronder.