De gouverneur is verantwoordelijk voor een zeegebied met een oppervlakte van ongeveer 3600 km². Daarom wordt de zee ook wel eens de elfde provincie genoemd. In vergelijking met het vasteland is dit geen groot gebied. De Noordzee is één van de drukst bevaren scheepvaartroutes ter wereld. Naast containerschepen en ferry’s varen op ons stukje zee ook sleepboten, tankers, motorboten, passagiersschepen en zeiljachten. Daarenboven wordt er op de Noordzee ook zand en grind gewonnen; er wordt gevist en gebaggerd. Ook zijn er militaire oefengebieden, windmolenparken, vogelrichtlijngebieden en andere beschermde zones. Bovendien ligt het Noordzeegebied bezaaid met zandbanken, wrakken en een heel netwerk van pijpleidingen en kabels.
Voor het geval er zich een ramp op de Noordzee zou voordoen, wenst de gouverneur goed voorbereid te zijn. Daarom werd er een Algemeen Nood- en Interventieplan Noordzee (ANIP Noordzee) opgesteld. De aanpak van een noodsituatie wordt hierin beschreven.
Het plan geeft een overzicht van de organisatie en de werkwijze van zowel het bestuurlijk (beleidscoördinatie) als het operationeel (Commandopost-Operaties) optreden.
In dit plan vind je:
- Een overzicht van de risico’s. Dit kan onder andere de aanvaring van een vaartuig, brand aan boord van een vaartuig of verontreiniging zijn.
- Een overzicht van alle diensten, instanties en organisaties die nodig kunnen zijn bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen (redding, scheepvaartpolitie, medische diensten, milieubestrijding…).
- Een alarmeringsschema.
- De organisatie van een rampbestrijding.
- De waarschuwing van de bevolking.
- De opvang en bescherming van de bevolking en slachtoffers.
- De organisatie van oefeningen.
Het plan regelt de multidisciplinaire samenwerking van de verschillende hulpverleningsdiensten.
Daarnaast heeft iedere discipline noodzakelijkerwijze een monodisciplinair plan voor de eigen werking.