Het gemeentelijk BNIP ‘Overstromingen vanuit zee’ beoogt, in geval er zich een overstroming vanuit zee voordoet in de gemeente, de nodige personen en diensten te alarmeren, de nodige middelen en mensen in te zetten en de hulpverlening te coördineren op een snelle en efficiënte manier. Het plan legt de communicatie, de te volgen procedures en de onderlinge afspraken vast. Het doel is in de eerste plaats om via een multidisciplinaire aanpak slachtoffers te redden en de bevolking te beschermen. Daarnaast is het BNIP een middel om de overstroming aan te pakken, de gevolgen ervan te beperken en de terugkeer naar de normale situatie te bespoedigen.
Tijdens zijn persbabbel lichtte de gouverneur de stand van zaken van eind januari toe.
13 van de 18 West-Vlaamse gemeenten zijn in orde. 2 gemeenten, Oostende en Zuienkerke, hebben het plan zo goed als afgerond. Oudenburg, Veurne en Gistel hebben nog niets ondernomen, al beloven Gistel en Veurne om er dit jaar werk van te maken.
Deze situatie illustreert wat de gouverneur in zijn rede ‘Is alles veilig?’ van vorig jaar onder de aandacht bracht ‘Noodplanning is het fundament van noodsituatiemanagement. Een noodplan is een beleidsinstrument bedoeld om de snelle inzet van beschikbare hulpverleningsmiddelen mogelijk te maken en een optimale coördinatie van die middelen te realiseren. Er is nood aan verdere professionalisering, werken aan schaalvergroting via intergemeentelijke samenwerking en uniformisering van de opleidings- en competentievereisten voor de noodplanningsambtenaren. De waardering voor de functie van de noodplanningsambtenaar blijft nog te veel onderbesneeuwd, wat helaas enigszins inherent is aan de noodplanning, zolang er niets gebeurt’.
Reactie toevoegen