Beste lezer
Almaar meer is er de luide roep naar meer transparantie. Transparantie roept een controlesysteem in het leven, met risicomijding als doel. Transparantie-idealisten vergeten weliswaar dat de feiten nooit voor zich spreken. Bestuurskundige Paul Frissen stelt over transparantie-idealisten: ‘Bij hen bestaat het idee dat als alles open en zichtbaar is, we in een volstrekt heldere, controleerbare en rationele wereld terechtkomen. Dat is een ontkenning van de politiek: die bestaat juist omdat beslissingen zich nu eenmaal vaak onttrekken aan de rationaliteit. Neem het vluchtelingenvraagstuk: wie mag hier wonen en wie niet? In de kern is dat een politieke beslissing, omdat het niet uit te rekenen is’. Frissen schrijft in zijn boek ‘Het geheim van de laatste staat’ dat transparantie in een democratie onmisbaar is, als een middel om een oogje op de machthebbers te houden. Zijn punt is dat het verlangen naar openheid zich te veel richt op zaken als declaraties en nevenfuncties, ‘symbolische kwesties die volgens de logica van de media aantrekkelijk zijn’, en te weinig op de kernvragen bij de controle op de macht: hoe zijn de beslissingen tot stand gekomen, welke belangen hebben daarbij een rol gespeeld, in hoeverre zijn de grenzen die de rechtsstaat aan machthebbers stelt in acht genomen? (Marcel Van Hooven, “De functie van de fiducie”, De Groene Amsterdammer, 11 oktober 2018)