Beste lezer
Als ik van een afstandje kijk, vraag ik me af of er een leiderschapscultus aan het ontstaan is. Op alle conferenties gaat het over leiderschap. Vrijwel alle managementopleidingen zijn er op gericht. Ooit was het een heuse doorbraak : van het functionele managementdenken naar een hoogstpersoonlijk leiderschapsperspectief. Het was de bevrijding uit de anonimiteit van de functionarissen die hun taak verborgen verrichten naar levensechte personen die openlijk hun verantwoordelijkheid nemen. Leiderschap was in zekere zin een coming out. Maar zoals vaker lijkt de oplossing het nieuwe probleem geworden. We draaien door. Iedereen is uniek. We beklemtonen het ideaal als alomvattend. Een geneesmiddel voor alle kwalen : leiderschap ! De managementcursussen stromen leeg en de leiderschapscursussen stromen vol. Een Monty Python-achtige scene doemt op : ‘U bent allemaal een leider ! Iedereen is uitzonderlijk en bijzonder!’ Helemaal onjuist is dat natuurlijk niet. Maar dat we elkaar op een dwaalspoor zetten, komt niet in ons op, zolang de bevrijdende werking ervan nog voelbaar is. Waar heeft deze ontwikkeling ons gebracht ? Het nam de anonimiteit weg die vaak een onbereikbare schuilplaats werd, waar niemand verantwoordelijkheid nam. Het heeft óók uitgelokt tot onvergelijkbaarheid. (‘De leiderschapscultus’ – The Optimist van lente 2016, nr. 168, p. 59)