Beste lezer
Fysieke arbeid kunnen we uitbesteden aan robots en het denkwerk aan algoritmen, maar wat blijft er dan nog over van de mens? Nu we geloven dat datastromen de sleutel zijn om het universum te verklaren, moet het humanisme plaatsmaken voor een nieuwe levensbeschouwing: het dataïsme. De revolutie die we nu doormaken is van dezelfde orde als de agrarische revolutie van tienduizend jaar geleden, toen we stopten met rondtrekken en land begonnen te bewerken. Voor de menselijke soort was de overgang naar landbouw misschien een zegen, maar de individuele mens was waarschijnlijk beter af als jager dan als boer. ‘Techniek hoort bij de menselijke conditie’, zegt techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek. ‘Het is datgene wat het menselijk bestaan mogelijk maakt. Technologie vormt de mens, maar tegelijkertijd geven wij vorm aan nieuwe technologie. Het is een nooit ophoudende dialoog, die we alleen kunnen begrijpen wanneer we beide gesprekspartners serieus nemen.’ Hij vervolgt: ‘Technologie is nooit neutraal. Het is geen middel tot een doel, in het ontwerp zitten altijd al normen en waarden vervat, dus maakt het uit wie de technieken van de toekomst vorm geeft. Nu zitten we eigenlijk gevangen tussen twee modellen: het Amerikaanse, waarin commerciële bedrijven de dienst uitmaken, en het Chinese, waarbij de staat alles controleert. Het is een cruciale uitdaging om een meer democratisch alternatief te bouwen.’ (Jaap Tielbeke, ‘Lessen van de Luddieten’, De Groene Amsterdammer 17 mei 2018)