Beste lezer
“Omdat empathie als moreel kompas een wankele basis biedt voor een complexe samenleving, hebben we andere sturende principes nodig. Veel beter dan empathie kunnen aloude principes van rechtvaardigheid en solidariteit een rol spelen in het verdelen van goederen, rechten en middelen tussen de inwoners van een land, of tussen burgers van landen onderling. Vooreerst rechtvaardigheid. Dit begrip heeft een lange geschiedenis, zowel wat intermenselijke verhoudingen betreft als allerhande overheidsvraagstukken. Rechtvaardigheid kan je op verschillende manieren tot stand brengen. Over wat rechtvaardigheid betekent zullen we het niet gauw eens worden. Onpersoonlijke rechtvaardigheid betekent dat een overheidsinstelling mij behandelt zoals ze iedereen behandelt: onbevooroordeeld en gelijkwaardig, en aan de hand van algemeen geldende afspraken. Onpersoonlijke rechtvaardigheid biedt een betere garantie voor een gelijkwaardige behandeling dan empathie. Een empathische betrokkenheid vertroebelt onze blik en leidt ertoe dat de rechtvaardige verdeling van middelen of rechten op individueel niveau een haast onmogelijke zaak wordt. Empathie als basis voor ons handelen gebruiken, betekent niet dat we irrationeel te werk gaan of ons door emoties laten verblinden. Dit betekent wel dat we bepaalde mensen een voorkeursbehandeling toewensen en daar ook naar handelen. Rechtvaardigheidscriteria zijn gebaseerd op rationele afwegingen, maar worden gestuurd door een morele keuze: wie streeft naar rechtvaardigheid doet dat vanuit de overtuiging dat iedereen de juiste zorg verdient, niet alleen onze naasten”. Dit is een citaat uit het boek van Ignaas Devisch: “Het empathisch teveel. Op naar een werkbare onverschilligheid”.