De Vlaamse regering is bevoegd voor de benoeming en het ontslag van de burgemeesters. Het gemeentebestuur legt een gedagtekende akte van voordracht voor aan de gouverneur. De gouverneur controleert de ontvankelijkheid en gaat na of er geen onverenigbaarheid is. Na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, brengt de gouverneur zelf advies uit bij de Vlaamse regering. Het is de Vlaamse regering en bij delegatie de Vlaamse minister Binnenlands Bestuur die benoemt. De eedaflegging bij de gouverneur is een formele aangelegenheid die de officiële aanstelling van de burgemeester bekrachtigt. Aan iedere eedaflegging koppelt de gouverneur een gesprek met de burgemeester.
Wanneer een constructieve motie van wantrouwen wordt aangenomen, gebeurt de eedaflegging na een benoeming van een burgemeester voortaan in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.