De veiligheid in voetbalstadions verhogen en de kostprijs van de inzet van de politie beheersen: mogelijke nieuwe en/of aangepaste maatregelen.
Verantwoording
Als gouverneur van de provincie West-Vlaanderen – provincie met 4 eerste klasse clubs en 2 clubs in tweede klasse – werd ik gewezen op de kostprijs die dit meebrengt voor de gemeentebesturen, de lokale politiezones en de federale politie. Een allesomvattende kosten-batenanalyse van het voetbal overstijgt de mogelijkheden van een gouverneur en behoort eerder tot het domein van de academische wereld. Niettemin heb ik bij de betrokken politiezones een rondvraag gedaan in verband met de gemaakte kosten voor de inzet van politie bij voetbalwedstrijden. Dit geeft een indicatie over de middelen die worden ingezet.
Er werden talrijke vergaderingen georganiseerd met de verschillende actoren die betrokken zijn bij voetbal en politie-inzet. De nota is een evolutieve nota geworden die gaande weg werd aangepast en de weergave is van de gevoerde discussie. Het is geen zwart-wit verhaal geworden, maar een nota waar de visie van verschillende partijen werd geïntegreerd. De conclusie is dat er reeds een ganse weg werd afgelegd, maar dat de optimalisatie zeker haalbaar moet zijn. In die zin dat middelen moeten worden ingezet in allerhande infrastructuur die ten goede komt van de veiligheid en op een efficiënte manier (lees met minder middelen) aan politie-inzet kan worden gerealiseerd.
Vanuit de betrokken korpschefs werd het signaal gegeven dat zij, gelet op de financiële toestand van de politiezones, vragende partij zijn om de kosten van de inzet van de politie naar aanleiding van voetbalwedstrijden beheersbaar te houden.
Ik heb dan ook samen gezeten met heel wat actoren zowel van de kant van de overheid als uit voetbalmiddens (oa. de betrokken burgemeesters en korpschefs, de verantwoordelijken van de Koninklijke Belgische Voetbalbond en van de Proleague en de voorzitters of managers van de betrokken voetbalclubs). De gesprekken waren verhelderend en gaven aanleiding tot een aantal gelijkluidende conclusies. Daaruit heb ik een aantal voorstellen geformuleerd. Het is uiteraard niet de bedoeling hierin uitsluitend de West-Vlaamse clubs te betrekken. De problematiek is immers nationaal en niet beperkt tot West-Vlaanderen. Het komt immers de federale overheid toe om hierin de nodige initiatieven te nemen. Deze nota is dan ook in eerste instantie overgemaakt geweest aan de minister van binnenlandse zaken, bevoegd voor de politionele veiligheid en de voetbalregelgeving. Daarnaast is er ook een ruime verspreiding gegeven aan deze nota met het oog op het opentrekken van de maatschappelijke discussie, onder meer aan de collega’s gouverneurs en aan de commissaris-generaal van de federale politie.
Vaststellingen en bedenkingen
-
Verdere inspanningen te leveren om de veiligheid nog te verhogen en de kostprijs van de inzet van de politie verder naar beneden te halen
Het kan niet ontkend worden en alle betrokkenen zijn het er over eens dat, sinds de invoering van de voetbalwet, de veiligheid in de voetbalstadions verhoogd is en dat de kosten voor de inzet van de politie beduidend gedaald zijn. Dit zijn twee positieve tendensen, die echter niet als alibi mogen gebruikt worden om geen verdere inspanningen te leveren om de veiligheid nog te verhogen en de kostprijs van de inzet van de politie verder naar beneden te halen. Oude fenomenen kunnen opnieuw de kop opsteken, nieuwe ontwikkelingen bieden zich aan. Stilzitten zou voor gevolg hebben dat we zowel op het vlak van de risicobeheersing als op het vlak van de kostenefficiëntie achteruit gaan.
-
Stringent licentiesysteem
Voetbal in 1e en 2de klasse kan niet los gezien worden van de sporteconomische context die meer en meer gepaard gaat met sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. De vermenging van voetbalverenigingen die in een beroepsmatige (professionele) context werken en voetbalverenigingen die in een vrijwillige (amateuristische) context werken blijkt contraproductief. Er worden immers voor de 1e en 2de klasse clubs specifieke vereisten gesteld o.a. naar infrastructuur en veiligheid, die binnen een niet-beroepsmatige organisatie niet of slechts tijdelijk kunnen worden verwezenlijkt. De kloof bij de overgang van de lagere klassen naar tweede en eerste klasse is groot en moeilijk te overbruggen. Vlugge stijgers zijn soms ook vlugge dalers met als gevolg dat er investeringen gedaan worden die op termijn niet rendabel en niet te verantwoorden zijn. Er zal moeten gestreefd worden naar een gesloten systeem met professioneel voetbal in 1e en 2de klasse en amateurvoetbal in de lagere afdelingen. Via een stringent licentiesysteem dient de kwaliteit van het professioneel voetbal te worden gegarandeerd. Wie niet voldoet wordt naar het amateurvoetbal verwezen, waardoor er mogelijkheden ontstaan om nieuwe licenties af te leveren aan clubs die zich degelijk voorbereid hebben en klaar zijn voor voetbal in de hogere klassen. Dit licentiesysteem moet niet enkel gebaseerd zijn op voetbaltechnische parameters, maar in de eerste plaats aandacht hebben voor de veiligheidsvoorzieningen, zowel op het vlak van infrastructuur en omkadering. Weegt bv. de vereiste van een verwarmde grasmat, waarna de wedstrijd toch niet kan doorgaan omwille van de niet bereikbaarheid van het voetbalstadium wegens de weersomstandigheden, op tegen noodzakelijke veiligheidsmaatregelen wanneer er prioriteiten moeten worden gesteld?
-
Evenwicht tussen het geanalyseerde risico en de inzet van de middelen
Professionalisering van de voetbalcompetitie moet de betrokken voetbalclubs de mogelijkheid bieden om te investeren in veiligheid en te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften die door de voetbalregelgeving worden opgelegd. Vanuit de overheid kan, na een evaluatie van de veiligheidsmaatregelen, overwogen worden tot aanpassing van de regelgeving rekening houdende met de ad hoc-vereisten. Dit moet er toe leiden dat er een evenwicht ontstaat tussen het geanalyseerde risico en de inzet van de middelen. Dit proportionaliteitsprincipe zou moeten verankerd worden in de regelgeving en de nodige flexibiliteit geven aan de politionele overheden bij het bepalen van de inzet van de politie.
-
Maatschappelijke meerwaarde van professioneel voetbal
Het professioneel voetbal brengt een maatschappelijk kost mee en kan een maatschappelijke meerwaarde betekenen. Daartoe werd in het verleden verwezen naar het opvoedend aspect van de jeugdopleiding in het voetbal. Vraag is of deze maatschappelijke meerwaarde de facto niet losgekoppeld wordt van de professionele voetbalstructuur en ondergebracht wordt in specifieke vzw’s en dus haar relevantie verliest voor het professioneel voetbal. Voor de maatschappelijke kost wordt voornamelijk de inzet van de federale en lokale politie naar aanleiding van voetbalwedstrijden in aanmerking genomen, maar ook de investeringen van de lokale overheden in voetbalinfrastructuur moet zeker in rekening worden gebracht. De studie van de Proleague over de maatschappelijke relevantie van het voetbal, waarvan de finalisering in het vooruitzicht werd gesteld, zou meer inzicht kunnen verschaffen over de maatschappelijke meerwaarde van het professionele voetbal.
-
Kost van de inzet van politie bij voetbalwedstrijden
De kostprijs voor de inzet van de politie naar aanleiding van voetbalwedstrijden is gemakkelijk te berekenen per politiezone. Het vergelijken van de gegevens van de verschillende politiezones is echter niet evident. De situatie verschilt van voetbalclub tot voetbalclub. Er is een groot verschil tussen eerste en tweede klasse. De geografische ligging van het stadium heeft impact op het aantal politiemensen die wordt ingezet. Mobiliteitsproblemen kunnen een grotere inzet van de politie vragen. De attitude van de supporters (veel of weinig ‘vijanden’) verschilt van club tot club. Daarbij komen nog de kosten voor de politionele inzet bij Europese wedstrijden, die ook niet gering zijn. Het staat echter vast dat de kost van de inzet van politie bij voetbalwedstrijden, in vergelijking met andere manifestaties, nog altijd te hoog is.
-
Maatschappelijke aanvaarding van de kostprijs van het voetbal
Omwille van budgettaire redenen worden de politiezones gedwongen om efficiënter om te gaan met hun middelen, ook wat de inzet van politie bij voetbalwedstrijden betreft. Daarenboven is het financieel klimaat bij een aantal gemeentebesturen niet rooskleurig. Een aantal gemeentebesturen zien hun besparingen van de afgelopen jaren in rook opgaan via de financiële inspanningen die voor het voetbal in zijn totaliteit (niet enkel voor de inzet van politie, maar ook voor bv de infrastructuur) moeten worden geleverd. Dit schept een negatieve perceptie ten opzichte van het voetbalgebeuren bij de beleidsmakers, maar zal op termijn ook zijn negatieve weerklank hebben op het vlak van de maatschappelijke aanvaarding van de kostprijs van het voetbal.
-
Kosten voor de voetbalinfrastructuur
De stadioninfrastructuur is een belangrijke component bij de realisatie van veiliger voetbalwedstrijden. Op dat vlak kan er nog veel verbeterd worden. Vraag is of in een professionele context dit een opdracht is van de lokale overheden. Kan een lokale overheid het dragen van de kosten voor de voetbalinfrastructuur van professionele clubs nog maatschappelijk verantwoorden?
-
Grote commerciële activiteiten versus kleine, lokale activiteiten
De huidige situatie heeft voor gevolg dat het maatschappelijk draagvlak voor het financieel ondersteunen van het professioneel voetbal door de overheid en de maatschappij kleiner wordt of zelfs volledig dreigt weg te vallen. Op maatschappelijk vlak dreigt er een scheeftrekking. Grote commerciële activiteiten, zoals bijvoorbeeld muziekfestivals, maar ook het professioneel voetbal wordt daarbij gerekend, kunnen beroep doen op grootschalige inzet van de politie. Kleine, lokale activiteiten, die steunen op veel vrijwilligerschap blijven in de kou staan. De recente signalen over besparingen bij de lokale besturen op het vlak van sport zijn op dat vlak alarmerend voor het voortbestaan van heel wat amateursportverenigingen. Dit staat in schril contrast tot de grote financiële geldstromen die met het professioneel voetbal gepaard gaan. De behandeling van het professioneel voetbal wordt door meer en meer mensen als preferentieel beschouwd en is een doorn in het oog van velen. Dat daarbij specifiek naar het voetbal wordt gekeken heeft ook te maken met de mediatieke belangstelling. De druk van de media heeft in heel wat gevallen een invloed op de politie-inzet. In een niet-mediatieke omgeving worden risico’s gemakkelijker aanvaard, terwijl in een mediatieke omgeving, zoals het profvoetbal, de risicoaanvaarding kleiner is, wat resulteert in een grotere politie-inzet.
-
Realistische inzet van de politie
Er wordt dan ook gepleit voor een realistische inzet van de politie, gebaseerd op een risicoanalyse, rekening houdende met de ad hoc situatie en met de informatiegaring naar aanleiding van risicowedstrijden. Overkills moeten worden vermeden, maar er moet ook een ondernorm gesteld worden, waar beneden het risico voor het eigen politiepersoneel te groot is. Het inschatten van de risico’s is een zaak, het beheersen ervan is een moeilijke oefening. Dit is de verantwoordelijkheid van de betrokken beleidsverantwoordelijken (in casu de burgemeesters) en van de politieoverheden, waar zij zullen worden over aangesproken en afgerekend wanneer iets fout gaat.
-
Standpunt van de lokale beleidsmaker
Ook het standpunt van de lokale beleidsmakers is belangrijk. De beleidsmatige invalshoek om bepaalde manifestaties te steunen, kan haaks staan op de politionele inschatting. Belangrijk is om voor dergelijke manifestaties een kostprijsberekening te maken van de politionele inzet. Dit zou integraal deel moeten uitmaken van het dossier dat aan de bestuurlijke overheid wordt voorgelegd, die de vergunning van de manifestaties aflevert. Wie kennis heeft van de kostprijs en beslist dat de politionele inzet dient te worden geleverd, moet dan ook de consequenties van deze beleidsbeslissing dragen wat de kostprijs betreft.
-
Gemeentelijke begroting versus politiebegroting
Het argument van sommige voetbalclubs dat zij nu al heel wat gemeentelijke belastingen betalen, snijdt geen hout voor wat de veiligheid betreft. Zeker niet voor de meergemeentenzones, waar de gemeentelijke belastingen en retributies ten goede komen aan de afzonderlijke gemeenten. De kosten van de politionele inzet zijn ten laste van de zone, ergo alle gemeenten van de zone. Ook voor de eengemeentezone geldt dezelfde redenering. De belastingen en retributies zijn terug te vinden in de gemeentelijke begroting, de kosten van de politionele inzet in de politiebegroting.
-
Maatschappelijke verankering voetbal
Op het vlak van de regelgeving werd al heel wat gerealiseerd. Wanneer er geponeerd wordt dat het voetbal ook een maatschappelijke meerwaarde heeft, dan moet het voetbal ook maatschappelijk verankerd worden. De supporters zijn een meebepalend element in het maatschappelijk kapitaal van een sportvereniging. Dit uit zich in de manier waarop er binnen het stadion wordt omgegaan met de supporters. Maar dat kan ook via de betrokkenheid van de supporters bij het reilen en zeilen van de club. Supportersinspraak kan statutair worden vastgelegd, zonder dat het management wordt aangetast. Er wordt verantwoording afgelegd aan de stakeholders, maar het management heeft wel de macht en de ruimte om de club efficiënt en strak te runnen. Een verbod van een meerderheidsaandeel in handen van 1 persoon kan ook bijdragen tot een betere lokale verankering. Een bedrijf of individu kan nooit meer dan 49 procent van de aandelen in handen krijgen. Financiële fairplay moet clubs behoeden voor financiële avonturen. Vraag is of er geen nood is aan een nieuwe vennootschapsstructuur – de sportvennootschap – die specifiek aandacht schenkt aan deze problematiek.
-
Disciplinair systeem met zelfregulerend karakter
Er wordt ook een duidelijk verschil opgemerkt tussen de attitude van voetbalclubs in de reguliere competitie en de Europese competitie. Om imagoschade te vermijden treden de supranationale instellingen consequenter op. Het zwaarder disciplinair systeem bij Uefa en Fifa heeft daardoor een zelfregulerend karakter. Waarom kan een dergelijk controlesysteem niet ingevoerd worden binnen de eigen competitie? Twee maten en twee gewichten als het om dezelfde veiligheidsaspecten gaat, is niet te verantwoorden. Maar ook binnen de nationale competitie zou de nultolerantie overal op dezelfde wijze moeten worden toegepast. Het is naar de supporters moeilijk uit te leggen dat wat in het eigen stadion geverbaliseerd wordt, bij een andere club wel wordt getolereerd.
-
Responsabilisering van de burger
Een belangrijk item binnen de veiligheid is de responsabilisering van de burger op het vlak van de veiligheid en het verhogen van de zelfredzaamheid. Ook wat het voetbal betreft kan deze tendens door gedreven worden. Wat de zelfredzaamheid betreft is de inbreng van de veiligheidsverantwoordelijke en van de stewards van kapitaal belang. De veiligheidsverantwoordelijke dient over een beschermd statuut te beschikken (cfr. de preventieadviseur in de wetgeving welzijn op het werk). Wanneer er zich veiligheidsproblemen in een stadion voordoen, dan is de veiligheidsverantwoordelijke de eerstelijns instantie die moet tussenkomen. Bij incidenten is hij de verantwoordelijke, een goede juridische ondersteuning is dan ook vereist. Gelet op deze verantwoordelijkheden is het noodzakelijk om de kwaliteit van de veiligheidsverantwoordelijken te verhogen en te zorgen voor een permanente ondersteuning en bijscholing. De voetbalbond heeft daar een belangrijke rol in te spelen, maar ook van de voetbalclubs wordt verwacht dat zij hun veiligheidsverantwoordelijke au serieux nemen en er rekening wordt gehouden met hun inbreng.
-
Herdefiniëren taken stewards
Naast de veiligheidsverantwoordelijken spelen ook de stewards een belangrijke rol in de veiligheid in de stadions. Een (semi-)professionalisering dient te worden overwogen binnen de financiële haalbaarheid. Een herdefiniëring van de taken van de stewards is aan de orde. Dit moet dan uiteraard vertaald worden in een aangepaste regelgeving. Stewards zouden niet alleen in het stadion moeten kunnen optreden, maar ook buiten het stadion ingezet worden bv. op parkings… Een bijkomende opleiding als verkeersopzichter/gemachtigd opzichter is dan wel vereist. Binnen het stadion kunnen er naar Engels voorbeeld ook taken die nauwer aansluiten bij politionele opdrachten toevertrouwd worden aan de stewards. Dit vereist uiteraard initiatieven op het vlak van de regelgeving. Daarbij dient de nodige aandacht besteed te worden aan de minimale kwaliteit die van de stewards gevraagd wordt. De lat mag hoger gelegd worden dan nu, een professioneler ingesteldheid is vereist. Een gunstiger financiële en fiscale regeling binnen het vrijwilligersstatuut zou een stimulans kunnen betekenen. Niet zozeer de hoogte van de vergoeding per prestatie is daarbij een probleem, wel het maximumbedrag dat op jaarbasis mag worden toegekend. Aan de ene kant zoeken wij goed opgeleide en bekwame mensen, maar aan de andere kant kunnen ze niet op een behoorlijke wijze vergoed worden. De organisatie en de betrokken vrijwilligers steken veel tijd in opleiding en bijscholing, maar worden achteraf geconfronteerd met de beperktheid van hun inzet. Oplossingen zouden er kunnen in bestaan het maximum van de forfaitaire vrijwilligersvergoeding en verplaatsingsvergoeding te verhogen gekoppeld aan een taxatie wanneer een bepaalde grens wordt overschreden of een taxatie op het volledige bedrag. Daarnaast zal de waardering voor hun werk en de positieve feedback vanuit de clubs ook een stimulans betekenen voor de stewards. De identificatie van de stewards met hun club speelt een belangrijke rol bij hun aanvaarding door de supporters. Kwaliteit en kwantiteit van de stewards zijn gelinkt aan de erkenning die er mee gepaard gaat.
-
Efficiënt optreden op basis van risicoanalyse
Het responsabiliseren en verhogen van de zelfredzaamheid van de voetbalclubs neemt niet weg dat de politionele overheden nog altijd zullen moeten optreden binnen de voetbalstadions. De organisator is verantwoordelijk tot op een bepaald punt, waarna de politionele overheden moeten optreden. Waar dit punt ligt is moeilijk te bepalen en zal afhangen van de ad hoc situatie op het terrein. Maar de politionele diensten zullen steeds maatregelen moeten nemen om efficiënt te kunnen optreden. Dit mag niet worden overgelaten aan de appreciatie van de organisator, die er van uitgaat dat de politie altijd te veel personeel inzet. Er moet immers steeds rekening worden gehouden met de overweging dat de politionele inzet niet zodanig laag mag zijn, dat de veiligheid van het in te zetten personeel niet meer gewaarborgd wordt. Op basis van de risicoanalyse dienen de veiligheidsdiensten te zorgen voor een voldoende, maar discreet opgestelde back-up.
-
Verantwoorde aanwezigheid van de politionele diensten
Een verantwoorde aanwezigheid van de politionele diensten zal steeds nodig zijn. Private bewakingsmaatschappijen worden door de supporters blijkbaar niet aanvaard, eigen stewards wel. Er mag geen opening gecreëerd worden die paramilitaire organisaties zouden kunnen invullen. Maar private agenten, werknemers van een erkende maatschappij, zeer specifiek opgeleid voor het voetbalgebeuren, met een concrete taakinvulling, zouden eventueel een opening kunnen bieden.
-
Extern controleorgaan op het naleven van het protocolakkoord
Artikel 22 van de wet op het politieambt bepaalt dat de politiediensten zich ophouden in de nabijheid van elke grote volkstoeloop en de gepaste maatregelen nemen voor het rustige verloop ervan. Door de bestaande regeling is het mogelijk hierover concrete afspraken te maken met de organisator. In het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen is in de opmaak van interne noodplannen (art.5) en de bijzondere nood- en interventieplannen (art. 3) voorzien. Het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de organisator om te zorgen dat de eerstelijns maatregelen met het oog op de veiligheid worden verzekerd. Dit gebeurt ook bij andere manifestaties (cfr. de rallywetgeving: als er vastgesteld wordt door de bevoegde overheden dat de veiligheid niet voldoende verzekerd is, dan wordt de wedstrijd stilgelegd en/of geannuleerd) en meer en meer lokale besturen zien daar strikt op toe. Het voetbal kan daar niet aan ontsnappen. De voetbalwetgeving bepaalt dat de organisatoren aan de bestuurlijke en politionele overheden dienen mede te delen welke maatregelen zij genomen hebben met betrekking tot de veiligheid in het stadion. Deze overeenkomst is een goed wapen ten opzichte van de organisator, maar is soms moeilijk afdwingbaar. Er wordt teveel genegotieerd. Trapsgewijze boetebedingen opleggen zou efficiënter zijn om de naleving van het protocol te verzekeren. Een extern controleorgaan zou hier een oplossing kunnen bieden. Van deze mogelijkheden kan er al een gebruik gemaakt worden in het protocolakkoord.
-
Financiële inspanning van de voetbalclubs
Het maatschappelijk draagvlak voor het opbrengen van de maatschappelijke kosten van de voetbalcompetitie kwijnt weg. Het gevaar is reëel dat de samenleving en het beleid niet meer zal willen aanvaarden dat er exuberante geldsommen omgaan in het voetbal, terwijl de belastingbetaler mag opdraaien voor de kosten van de veiligheid. Er worden de bevolking (en de lokale besturen) drastische besparingen opgelegd, maar het voetbal zou daaraan ontsnappen. Een financiële inspanning van de voetbalclubs om de veiligheid in de stadions te verhogen kan er een wezenlijke bijdrage toe leveren om dit beeld bij te stellen. Dit zou uniform moeten vastgelegd worden door bijvoorbeeld een % van de televisierechten of een % op het balanstotaal van de voetbalverenigingen te reserveren voor veiligheidsvoorzieningen in het stadion. Het inzetten van performantere camerabewaking in en rond de stadiums zou daardoor bv. kunnen gefinancierd worden. Andere pistes zijn mogelijk.