Maandag 23 april is het zover. Honderd jaar na datum opent de langverwachte tentoonstelling rond de herdenking van de WOI-duikbotenslag en de Britse reactie hierop met de raids op Zeebrugge en Oostende, zijn deuren. De expo in het Provinciaal Hof te Brugge brengt aan de hand van heel wat bijzondere artefacten het pakkende verhaal van de U-bootdreiging op de Noordzee. Het toont ook een nooit eerder samengebrachte collectie dapperheidsmedailles (“Victoria Crosses”) en unieke resten van de recent ontdekte onderzeeër UB-29. Ter gelegenheid van de opening verbroederen Britse en Duitse nazaten van enkele grote opponenten uit die tijd.
Belang duikbotenoorlog en reactie Britten
Winston Churchill zei ooit: “Het enige dat me beangstigde tijdens die oorlog was de U-bootdreiging”. Vier jaar lang huisvestten de bezette havens van Brugge, Oostende en Zeebrugge een indrukwekkende vloot Duitse duikboten. Deze onderzeeërs kelderden niet minder dan 2,5 miljoen ton scheepvaart of 2.554 geallieerde schepen. Zo brachten ze Groot-Brittannië tot de hongersnood en de rand van de overgave. Maar op 23 april 1918, St-George’s Day, sloeg de Royal Navy terug en ondernam een gedurfde maritieme actie om de zwaar verdedigde duikboothavens uit te schakelen. Een vloot van 136 schepen viel tegelijk de haven van Zeebrugge en Oostende aan. Een uur hevige gevechten leverde meer hoogste militaire onderscheidingen op dan ooit eerder tijdens Groot-Brittannië’s militaire geschiedenis. Deze 11 ‘Victoria Crosses’ zijn voor het eerst samengebracht en te bezichtigen tijdens de expo, op nauwelijks vijftien kilometer van de plaats van het treffen honderd jaar geleden.
Nog meer bijzondere aandachtstrekkers
Naast de Victoria Crosses, etaleert de expo voor het eerst resten van de UB-29. Deze Duitse duikboot, die Brugge tijdens WOI als thuisbasis had, haalde het nieuws toen hij vorige zomer als zeemansgraf werd ontdekt voor de kust van Oostende. Het luik van een van de torpedobuizen en een vrijwel intacte kanonloop, vorige maand geborgen en aangetroffen naast het onderzeeërwrak, worden na afloop van de tentoonstelling geschonken aan het Maritiem Museum van Hamburg. Voor het duikbootwrak van UB-29 loopt momenteel een beschermingsprocedure. De UB-29 is een van de meest intacte van de 11 duikboten die in onze wateren zijn teruggevonden. UB-29 schreef geschiedenis toen hij in maart 1916 de veerboot SS Sussex zonder waarschuwing torpedeerde. Onder de gewonden waren heel wat Amerikaanse burgers, wat zwaar protest van de Amerikaanse president Wilson uitlokte. Op 13 december 1916 ging UB-29 verloren. Tot vorig jaar dacht men dat hij voor de kust van Dover gezonken was, maar dat bleek dus Oostende te zijn. Alle 22 opvarenden kwamen hierbij om.
Een andere blikvanger is een ongeschonden torpedo van 700 kilogram uit Wereldoorlog I, eigendom van het War Heritage Institute en een maand geleden onder politiebegeleiding ter expo afgeleverd. Verder is de tentoonstelling rijk gestoffeerd met uitzonderlijke foto’s en kunstig ontworpen instrumentaria, zeldzame geheime U-boothandboeken, in detail gemaakte maquettes en evocaties van U-boten, en persoonlijke spullen van bemanningsleden zowel van Duitse als Britse zijde.
Churchill, Jellicoe en Sheer, prominente gasten mét een boodschap
Ook het diepmenselijke verhaal – aan beide zijden – krijgt heel wat aandacht tijdens deze tentoonstelling. Een Victoria Cross mocht dan wel ‘buitengewone moed’ erkennen, het bracht de helden niet terug. De raids waren overigens op zijn zachtst gezegd geen onverdeeld succes. De communicatie hierrond, inclusief het uitreiken van een uitzonderlijk hoog aantal eretekens, was mede bedoeld om het thuisfront een hart onder de riem te steken.
Drie nazaten van Duitse en Britse opponenten openen de expo. Aan Britse zijde tekenen Randolph Churchill, achterkleinzoon van Sir Winston Churchill, en Nicholas Jellicoe, kleinzoon van admiraal Sir John Jellicoe, present. Aan Duitse kant zal Reinhard Scheer-Hennings, achterkleinzoon van admiraal Reinhard Scheer, aanwezig zijn. De respectievelijke grootvader en overgrootvader van beide laatste waren opperbevelhebbers en opponenten bij de Slag om Jutland alias de ‘Skaggerak-Schlacht’ (31 mei – 1 juni 1916), de grootste zeeslag tussen slagschepen ooit. Door hun aanwezigheid breken deze opponenten een lans om, in tijden van extremistische retoriek en ‘fake news’, aandacht te schenken aan vrede en verdraagzaamheid, en aan een respectvolle en objectieve wetenschappelijke benadering van gewapende conflicten.
Expo in het hol van de leeuw.
De expo '14–'18, de slag om de Noordzee vindt plaats in het hol van de leeuw. Het was immers vanuit het Provinciaal Hof op de Markt te Brugge ‒ ontworpen door architect Louis Delacenserie die ook het Centraal Station te Antwerpen tekende ‒ dat de Duitse Kriegsmarine tijdens WOI de zo gevreesde duikbotenoorlog orkestreerde. In deze omgeving maakt de bezoeker kennis met de Unterseeboots Flotille Flandern die in onze havens aangemeerd lag, kan hij de benauwende sfeer opsnuiven van het leven aan boord van een onderzeeër én leert hij meer over de tijdsbesteding van de bemanning tijdens hun tijd aan wal. Vervolgens wordt het Britse antwoord op de Duitse duikbotenplaag belicht en de spanning van de aanvallen op Zeebrugge en Oostende geëvoqueerd. Ten slotte staat de expo stil bij het einde van de strijd op zee, bij de herdenking en bij het menselijke verhaal.
De organisatie
De tentoonstelling ’14 – ‘18, de slag om de Noordzee is een initiatief van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), betoelaagd door Toerisme Vlaanderen in het kader van het toeristisch impulsprogramma ‘2014-18 – 100 jaar Groote Oorlog’. De realisatie kreeg vorm in samenwerking met het War Heritage Institute, Westtoer, Stad Brugge en de Provincie West-Vlaanderen, en dankzij de steun van heel wat sponsors waaronder de Nationale Loterij. Een stuurgroep onder leiding van de gouverneur van West-Vlaanderen Carl Decaluwé, tevens voorzitter van het Vlaams Instituut voor de Zee, trekt dit tentoonstellingsproject. Tomas Termote, maritiem archeoloog en duiker, is curator van dienst voor de tentoonstelling. Hij deed uitvoerig onderzoek naar scheepswrakken, onder andere in de Noordzee, en schreef meerdere publicaties hierover. Koen Bovée tekende voor de scenografie. De tentoongestelde stukken zijn ontleend aan de Imperial War Museums, de Library and Archives Canada, het U-boot Archiv Cuxhaven, het Maritiem Museum Hamburg, het War Heritage Institute, het Stadsarchief Brugge, de Musea Brugge, het Provinciaal Domein Raversijde, Sincfala en aan tal van individuele bruikleengevers.
Perscontacten
Tomas Termote, curator: tomastermote@yahoo.com; 0478/26.65.82
Carl Decaluwé: Carl.Decaluwe@west-vlaanderen.be
Persconferentie
De persconferentie vindt plaats op woensdag 18 april 2018, vanaf 9u45 in de Ambtswoning van de Gouverneur op de Burg 3 (8000 Brugge). Het programma verloopt als volgt:
- 9u45: Fotomoment in het Provinciaal Hof.
- 10u30: Start persconferentie, met toelichting gouverneur.
- 10u40: Toelichting Tomas Termote, curator van de expo ‘1914-’18, de Slag om de Noordzee’.
- 10u50: Toespraak minister Ben Weyts, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn.
- 11u00: Toelichting Nic Van der Marliere, algemeen afgevaardigde van de Vlaamse Regering in Londen over de herdenkingsplechtigheid.
- 11u10: Bezoek aan de tentoonstelling en drankje.
Beeldmateriaal
http://gouverneurwest-vlaanderen.be/content/tentoonstelling-1914-18-de-slag-om-de-noordzee.
Meer info
De expo opent voor het publiek op maandag 23 april.
Meer info: www.vliz.be/battle-for-the-north-sea/nl.