Donderdag 7 november – INAGRO, Beitem
In zijn rede over de West-Vlaamse landbouw zoomt gouverneur Decaluwé hoofdzakelijk in op duurzame voedselproductie en op de moeilijke positie van onze landbouwers.
West-Vlaanderen is dé landbouwprovincie, met een productie van hoogwaardige voedingsmiddelen. Voor diepvriesgroenten en aardappelbereidingen is West-Vlaanderen toonaangevend in de wereldhandel. De landbouwers zijn een prominente schakel van het agrofoodbusinesscomplex. De landbouwsector is sterk afhankelijk van de schakels vóór en na de landbouwproductie, voor aanbod, prijszetting en ondersteuning. Ondertussen zitten onze landbouwers in een spagaat. Enerzijds hebben ze te maken met de toenemende concurrentie op de wereldmarkt én de toenemende macht van verwerkende industrie en handel, die hen dwingen de kosten te verlagen. Anderzijds worden ze geconfronteerd met steeds hogere maatschappelijke eisen op gebied van voedselveiligheid, milieu en dierenwelzijn. Deze eisen zorgen voor meer kosten.
“Door de klimaatverandering staan onze landbouw voor grote uitdagingen. De landbouw is een sector die van strategisch belang is. Daarom moeten we allemaal waken over een wezenlijk duurzame landbouw die ook onze kinderen en kleinkinderen zal helpen om gezond te leven” stelt gouverneur Decaluwé. We evolueren van riek naar sensor: precisielandbouw en biolandbouw worden de norm. De lat mag hoog liggen, maar moet bij de mogelijkheden van de landbouwers passen. Het moet voor hen te behappen en te doen zijn. Gouverneur Decaluwé ziet mogelijkheden: “De boeren krijgen al te gemakkelijk de schuld van de verstoorde biodiversiteit. Tegelijkertijd verwacht men van hen ook de oplossing. West-Vlaanderen heeft potentieel om in onze landbouwgronden extra koolstof in de bodem vast te leggen. Een goede landbouwpraktijk kan koolstof uit de atmosfeer halen. Zo wordt er bijgedragen aan een oplossing voor de klimaatverandering”.
De teelt van eiwitgewassen zoals erwten, veldbonen, soja en linzen kan de West-Vlaamse landbouw duurzamer en veerkrachtiger maken. Deze lokaal geteelde eiwitproducten kunnen het voedselrantsoen van het vee duurzamer maken. Als consument dragen we zelf ook een grote verantwoordelijkheid in de transitie naar een duurzame landbouw en voeding. Door spaarzaam en seizoensgericht te eten. Ook door te weten wat we eten en de landbouwers in onze omgeving te leren kennen via initiatieven als de korte keten. Voor de noodzakelijke transitie zijn er substantiële initiatieven nodig. Daarom wijst gouverneur Decaluwé op het noodzakelijk samenspel van beleid, consumenten, producenten en industrie. Hij looft de rol van Inagro, die de West-Vlaamse land- en tuinbouwers ondersteunt met advies, nieuwe technieken en teelten.
Voor meer informatie: gouverneur Carl Decaluwé, 0476 40 85 17.